INLEIDING


Master Begeleidings­kunde

Jaarlijks starten er zo’n zestig studenten bij Master Begeleidings­kunde. Het betreft professionals die hun sporen in het werk hebben verdiend en nu opnieuw tijd voor zichzelf vrijmaken om een studie aan te vangen en om het ambacht van het begeleiden zich verder eigen te maken. Waar beginnen deze studenten aan als ze met de studie starten? Waar hopen ze op en wat wordt er werkelijkheid van hun verwachtingen?

Een deel van de studenten volgt enkel jaar 1 om supervisor te worden, maar de meesten gaan door met jaar 2 en de afstudeerfase voor het master­diploma. Hun meesterproef bestaat uit een begeleidingskundig handelings­onderzoek, waarin ze samen met betrokkenen in een organisatie een complex vraagstuk onderzoeken, waarbij vaak – als onderdeel van het vraagstuk –sprake is van een ingewikkelde onderlinge samenwerking . Waaraan dragen studenten begeleidingskunde bij met hun afstudeer­werk? Welke betekenisvolle rol vervult de begeleidingskunde in het georganiseerde leven en, breder, in het geheel van onze samenleving?

In dit E-zine komen oud-studenten van de master begeleidingskunde aan het woord. Mooie verhalen zijn het! Ze laten zien wat de opleiding met hen gedaan heeft. Ze vertellen ook wat zij met de opleiding hebben gedaan. Samen geven ze een compleet beeld.

“Het is een mooie aanvulling op een zakelijke functie”

Daniëlle Muusers bijvoorbeeld vertelt dat ze de begeleidingskunde voor zichzelf wel vergelijkt met de bestuurskunde, de organisatiekunde en de bedrijfskunde. Binnen dit viertal heeft de begeleidings­kunde het meeste oog voor de ambiguïteit, de gelaagdheid en de meerstemmigheid in het (samen) werken in organisaties. De dingen blijken altijd net weer anders te zijn en het is de kunst om die meerduidigheid toe te laten. Het verhaal van Robin Stemerding geeft daar een voorbeeld van. Hij weet op een artistieke manier zichtbaar te maken hoe het beeld van een organisatie naar buiten toe verschilt van het beeld aan de binnenkant. Samen met cliënten van de kliniek waar hij werkt, zaagt hij een roestvrijstalen koffiekan doormidden… Een glanzende buitenkant blijkt een smoezelige binnenkant te herbergen. Werk aan de winkel dus, maar liefst wel op een losse, dansende manier, in plaats van te gaan zeulen en trekken. Sibel Senyurek en Isabel Bautista laten zien dat het voor de begeleidingskundige juist ook de opgave is om de meerstemmigheid in organisaties erkenning te laten krijgen. Hoe kan uniformiteit plaats maken voor uniciteit en (dus!) erkenning van diversiteit. Voor organisaties met hun systemen en werkprocessen is dat lang niet eenvoudig.

Bij Abdul Maruan gaat het daarom ook juist weer om verschillente overbruggen, onder meer door oprecht te luisteren naar elkaars verhalen. Dat is een belangrijke kern van de begeleidings­kunde: erkenning van het verschil en de meerdere perspectieven in organisaties, juist door de bereidheid om naar elkaar te luisteren en de wil om elkaar te begrijpen.

Trudy Geurts laat zien hoe je als begeleidingskundige werkt aan verandering op dit punt, namelijk door zelf de verandering te belichamen en voor te leven. Het begint bij je eigen gedrag, of meer nog, bij je eigen hart. Jos Visser vertelt hoe hij juist op dat punt in de opleiding zijn eigen vorm heeft ontwikkeld en gevonden. De uitnodiging van een docent om zijn kwaliteit als musicus in te voegen in zijn begeleidingskundig vakmanschap betekende een draaipunt. Dat creativiteit en het vermogen om spelend te onderzoeken een essentie in het ambacht is, wordt ook duidelijk in het verhaal van Rick Steggerda en Ferry Wilting. Zij ontwikkelen een eigen artistieke organisatiefilosofie van waaruit ze willen werken.

image
“Overal komt mijn rol als begeleidingskundige van pas”
“Ik kan mijn bevindingen theoretisch onderbouwen”

Patricia Meijer en Frank Stolzenbach beschrijven hoe zij met hun begeleidings­­kundige bijdrage waardering krijgt vanuit de organisatie. Juist in sterk regelgestuurde organisaties als justitiële instellingen blijkt er grote behoefte te bestaan aan deskundigen die helpen om de menselijkheid te bewaren. Dat laatste geldt overigens niet alleen voor organisaties op zich, maar ook voor gehele sectoren. Astrid Mersmans werkt als zelfstandig adviseur en onderzoeker in de bouwsector en helpt met haar begeleidings­­kundige achtergrond organisaties echt werk te maken van duurzame inzetbaarheid van mensen met een beperking. Werk dat overtuiging vraagt en een heel subtiel inzicht in hoe de werkprocessen verlopen in de bouw: daarin iets van verandering laten ontstaan vraagt uithoudingsvermogen.

"Ik ben als mens veranderd."

Al de oud-studenten die aan het woord komen in dit E-zine vertellen dat de opleiding je raakt op een persoonlijke laag. Zizi El Abtah is er heel expliciet over: ‘Ik ben als mens veranderd!’ Dit werkt niet alleen door in haar werk, maar ook algemeen in haar relaties. Het fijne is dat de student telkens weer bereid zijn om de inzichten en ervaringen die ze opdoen ín de opleiding ook weer als waarderende en kritische meedenker feedback terug te geven áán de opleiding. Edith Ankone vertelt daarover vanuit haar deelname aan de opleidingscommissie. Zo wil de opleiding zelf ook de opgave waarmaken om de meerstemmigheid toe te laten en te leren van ervaringen. Op die manier zijn we een gemeenschap waarin we verbonden zijn en waarin verschil kan bestaan! Alle verhalen bij elkaar laten zien hoe rijk het palet van begeleidingskunde is.

Michiel de Ronde Lector Begeleidingskunde

“Ik voer gesprekken nu op een andere manier”

Oud-studenten aan het woord