“Als begeleidingskundige beweeg je door alle lagen van de organisatie”
De master Begeleidingskundige draait al aardig wat jaren en heeft inmiddels een flink aantal begeleidingskundigen afgeleverd, die met succes en plezier werken. Ook tot tevredenheid van de organisatie. Toch is bij veel bedrijven de begeleidingsdeskundige nog geen officiële functie. Frank Stolzenbach en Patricia Meijer liepen daar ook tegenaan. Zij vertellen hoe de Penitentiaire inrichting in Vught en het Forensisch centrum Teylingereind daarmee omgaan.
Frank valt meteen met de deur in huis. “Het is eigenlijk een functie die niet bestaat, maar is gecreëerd door de opleiding Begeleidingskunde. In eerste instantie was ik supervisor. Uiteindelijk ging ik me meer bemoeien met allerlei zaken en heeft de inrichting op een gegeven moment de meerwaarde ingezien van dat bemoeien. Toen hebben ze besloten om een plek te creëren voor mij als begeleidingsdeskundige. Ik bemoei me echt met alles en iedereen. Van de algemeen directeur tot aan de complexbeveiliger.”
Patricia herkent zich in het verhaal van Frank. “Wij hebben nog geen formele cao voor de functie begeleidingskundige. Dus ik ben momenteel methodiekcoach, maar in de uitvoering ben ik begeleidingskundige. Ik ben een supervisor, teamcoach en ik begeleid bij verschillende organisatorische vraagstukken. Ik beweeg door alle lagen van de organisatie.”
Wat was voor jullie de reden om de master Begeleidingskunde te volgen?
Patricia: “Het vak van coach, in een setting als bij ons, was best een onbegrepen rol. Was er een probleem? Dan vliegen we de coach in, want die loste het wel even op. Ik merkte dat ik inspiratie nodig had om een beweging in gang te brengen binnen de organisatie. De coach of de begeleidingskundige konden we constructiever en waardevoller inzetten en benutten. Maar ik had inspiratie, kennis en kunde nodig om dat organisatorisch in beweging te brengen. Dat was mijn ambitie om met de opleiding te starten.”
Frank: “Ik werkte als methodiekcoach en supervisor. Ik kreeg steeds meer vragen die supercomplex werden en dan ga je iets doen waar je weinig verstand van hebt. Toen ik hoorde van Begeleidingskunde wist ik meteen dat deze opleiding mij kon helpen om een beter antwoord op deze vragen te geven.”
Patricia: “Het aantrekkelijke is dat het een gefaseerde opleiding is. Je kan stapsgewijs aan je expertise werken. De eerste fase is het supervisorische gedeelte. Ik kon daar goed met mijn manager over sparren. Want supervisie was nog niet ingebed in onze organisatie. Begeleidingskunde als geheel, was vrijwel onbekend. Ik heb mijn actieonderzoek binnen mijn eigen organisatie gedaan. Dat heb ik gedaan met de twee interne directeuren, zowel van de inrichting als van het onderwijs. Dat werd een mooi parallelproces. Ik kon echt een organisatievraagstuk in beweging brengen en daarnaast was het een mooi proces van kennismaken onderling, van persoon tot persoon. Ondertussen maakten zij als directie kennis met het vak begeleidingskunde. Het was tweeledig: onderzoek en kennismaken met begeleidingskunde en hoe die een plek kan krijgen binnen de organisatie.”
Frank: “Wij zaten destijds in behoorlijk slecht weer. Je kon je aanmelden om mobiel inzetbaar te zijn, met daarbij de mogelijkheid tot het volgen van een studie. Dat heb ik gedaan. Niemand had ooit van Begeleidingskunde gehoord. Door mijn onderzoek in de organisatie is dat wel veranderd. Uiteindelijk gebeurt er steeds meer in de organisatie. Je gaat je steeds meer met dingen bemoeien. Meerdere collega’s volgen nu deze opleiding.
Over mijn onderzoek bij de unit Beheersproblematische Gedetineerden, mocht niet worden gepubliceerd. Dat lag mediagevoelig. Achteraf zei de directeur hadden we dat maar anders aangepakt. Vier weken geleden hebben we een onderzoek afgerond op de terroristenafdeling samen met lector Michiel de Ronde. Daar gaan we wel een artikel over schrijven en publiceren. Daar hebben we van geleerd: laat zien wat die complexiteit is, wees open. Nu blijft het ons probleem, maar het is echt een probleem van de maatschappij.”
Je hebt als begeleidingskundige ook te maken met hiërarchie binnen een organisatie. Hoe gaan jullie daar mee om?
Frank: “Wij zijn hier heel hiërarchisch, maar ik bemoei me overal mee. Soms krijg je te horen, ken je plek en soms mag je aansluiten. Ik kan nooit voorspellen hoe een week eruit ziet. Het ene moment zit je in een mediationtraject met allerlei collega’s en dan ineens in een crisisteam.”
Patricia: “Door het bewegen binnen alle lagen van de organisatie ontstaan vervolgens weer nieuwe begeleidingstrajecten: een individueel coachtraject met een leidinggevende, teamcoaching in de vormingsfase van een team senior beveiligers of supervisie met pedagogisch medewerkers. De diversiteit is zo groot. Je kan hierdoor als begeleidingsdeskundige echt je ambitie kwijt.”
Frank: “Omdat je beweegt, zoals Patricia zegt, tussen alle lagen, snap je wat er op de werkvloer gebeurt. Maar andersom ook, aan de managementtafel kunnen wij uitleggen wat er op de werkvloer speelt. Wij halen de leefwereld erbij. En die ziet er vaak totaal anders uit. Die systeemwereld moet dienend zijn aan de leefwereld. Heel vaak kan niemand daar iets aan doen, maar we moeten wel begrip krijgen voor elkaar. En daar besteed ik veel van mijn tijd aan.”
Patricia: “Mooi Frank wat jij nu zegt. Ik eigen me zelf dat heel erg toe als begeleidingskundige binnen de organisatie. Ik verbind de verschillende lagen om te zorgen dat er een gezamenlijke betekenis komt aan de dingen die spelen. Of dat nou vraagstukken zijn, of ontzettend grote dilemma’s waar snel een oplossing voor moet komen. De verbinding met taal en de betekenis, daarop begeleiden, dat is een mooie concrete rol voor een begeleidingskundige in de organisatie. Overigens kan hiërarchie ook helpend zijn.”
Patricia blikt tenslotte nog terug op de opleiding: “Vanaf de derde dag had ik al bedacht dat het diploma halen voor mij geen doel op zich was. Ik hoorde dingen waarvan ik dacht, ja zie je nou dat bedoel ik. Hier was ik naar op zoek, en hier vind ik de taal die ik nodig heb. Ik voelde dat ik op mijn plek zat. Hier was ik als professional naar op zoek.”
Frank herkent dit: “Het maakt niet uit welke functie je uitvoert, bij welke organisatie. Deze opleiding verrijkt je.”
Frank Stolzenbach (48) Master afgerond: 2018 Oorspronkelijke opleidingsachtergrond: MAVO, MBO-SPW HBO Social Work, Post HBO Supervisie en coaching, Master Begeleidingskunde Functie toen en nu: Piw-er, (sr)groepsleider, methodiekcoach, supervisor, organisatiebegeleider
Patricia Meijer (39) Master afgerond: 2019 Opleidingsachtergrond: SPH en losse cursussen in trainerschap en coaching Functie toen en nu: Toen: methodiekcoach. Nu: tijdelijk instappen in het middenkader als leidinggevende
“Ik bemoei me echt met alles en iedereen”
“Hier was ik als professional naar op zoek”