Samen met mbo en vo naar een betere aansluiting

Samenwerkingsverband vo-ho

Aan de slag met taal! Aandacht voor aansluiting in het onderwijs tussen het voorbereidend onderwijs (vo) en ho betekent winst voor zowel het vo als het ho. Voor het vo leidt een betere voorbereiding op het ho tot een verbetering van het eigen onderwijs. Dat geldt ook voor het ho; beter aansluiten op het toeleverend onderwijs geeft een impuls aan verbetering van het eigen onderwijs. Convenant: gezamenlijke aanpak vo-ho De regio Rijnmond/Drechtsteden ziet het belang in van samenwerking tussen vo en ho. Bijna alle regionale vo-scholen, nu 54 in totaal, de vier Rotterdamse hbo-instellingen en Erasmus Universiteit Rotterdam hebben een convenant getekend. Hiermee zetten de scholen zich in om een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen op de thema’s loopbaanontwikkeling en -begeleiding, ho-vaardigheden en vakinhoudelijke aansluiting. Dit gebeurt vanuit een gezamenlijke visie op aansluiting vo-ho. Het samenwerkingsverband ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-ho’ is uniek in Nederland. Nederlands/communicatie Binnen de vakinhoudelijke aansluiting van het vak Nederlands/communicatie tussen vo en ho is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de vijf pijlers: Taalbeleid, Doorlopende leerlijn taalvaardigheid, PWS-doorlopende leerlijn onderzoeksvaardigheden (Profielwerkstuk), Informatie- en docentenuitwisseling en Inclusief en taalontwikkelend lesgeven. De mooie producten die in het kader daarvan ontwikkeld zijn, zijn te vinden op de website van het samenwerkingsverband ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-ho’. Bijvoorbeeld Vers van de pers: de zes katernen van de Docentenhandleiding PWS. Eerder verschenen o.a.: TOL-zine, Het Rotterdams PWS-model, ‘Vo-hbo: aan de slag met taalbeleid!’ en ‘Vo-hbo: dat is andere taal!’. Informatie Meer informatie over het samenwerkingsverband is te vinden via:

Mbo-hbo: dat is andere taal!

Een doorlopende leerlijn Nederlands, dat wilden de samenwerkende onderwijsinstellingen van vo-hbo graag. De start hiervan vormde de publicatie Vo-hbo: dat is andere taal!, vanuit het regionale samenwerkingsverband vo-ho. Nu is er het zusje van die publicatie uit 2016: Mbo-hbo: dat is andere taal!, via deze link te vinden.

‘Taalkloof’ Bij de doorstroom van mbo naar hbo zijn er op sommige vlakken overeenkomsten met de doorstroom vo-hbo. Beide trajecten kampen met een ‘taalkloof’. Hoewel het niveau van de taalkennis zowel eind mbo-niveau 4 als eind havo op 3F van het Referentiekader Meijerink moet liggen, blijkt deze kennis niet altijd toereikend om studenten met voldoende talige bagage te laten beginnen met een vervolgopleiding. Anderzijds kunnen de verwachtingen van het hbo te hoog liggen met betrekking tot het taalniveau van de instromende studenten. Door deze discrepantie lopen eerstejaarsstudenten het risico snel achterstanden op te lopen. Bewustwordingsdocument Net als bij het samenwerkingsverband vo-ho maken we met de publicatie Mbo-hbo, dat is andere taal een start met een betere aansluiting van mbo op hbo. Het kan dan ook gezien worden als een bewustwordingsdocument waarbij de focus ligt op het zichtbaar maken van reële kansen voor de mbo’er die zijn studieloopbaan op het hbo wil vervolgen. Regionale samenwerking Het boek beoogt een aanzet te geven tot het ontwikkelen van een regionaal gedragen doorlopende leerlijn mbo-hbo. Naast het versterken van de aansluiting tussen mbo en hbo, is hierbij uiteindelijk het doel het bevorderen van studiesucces bij studenten. Een mooi voorbeeld van een dergelijk traject is het doorstroomprogramma mbo-hbo voor het economisch domein, een samenwerking tussen Albeda, Zadkine, STC Group, Hogeschool Inholland en Hogeschool Rotterdam. Dat voor een dergelijk samenwerkingsverband kennis van elkaars taalonderwijs noodzakelijk is, behoeft geen toelichting. Ook daarin tracht de publicatie te voorzien. Wat kan de lezer verwachten? De publicatie gaat in op het belang van taalvaardigheid in relatie tot studiesucces en welke richtlijnen er zijn voor een doorlopende taallijn op het hbo. In vogelvlucht wordt verteld hoe het middelbaar en hoger beroepsonderwijs vormgegeven wordt en daarnaast – misschien wel de kern van het boek - wordt er ingezoomd op het taalvaardigheidsonderwijs en taalbeleid in mbo en hbo. Tot slot krijgt de lezer inzicht in de aandachtspunten en kansen voor een succesvolle doorlopende leerlijn Nederlands. Het hoofdstuk eindigt met een vijftal acties waarmee in een regionale samenwerking een start gemaakt wordt met de uitvoering en invulling van een doorlopende leerlijn Nederlands. Dit boek is specifiek geschreven voor allen die direct of indirect betrokken zijn bij het vak/de module Nederlands/communicatie in het mbo en hbo, maar ook voor hen die geïnteresseerd zijn in een doorlopende leerlijn in brede zin en samen met het mbo en hbo willen werken aan een betere aansluiting in de regio Rotterdam.

Contact naar aanleiding van de publicatie:

Deel deze pagina: