Betekenisleiderschap vraagt levenskunst en wijsheid

Een essay van prof. dr. Patrick Nullens

Hoogleraar Leiderschapsethiek

Uit de eerste inzichten van het New Economics Lab blijkt dat naast kennis en competenties juist ook ‘houding’ een heel belangrijk aspect is in het onderwijs. Daarom vroegen we hoogleraar leiderschapsethiek Patrick Nullens naar zijn visie op de economische transitie en de rol van persoonlijk en betekenisvol leiderschap.

De betekeniseconomie ziet zichzelf als de vierde economische revolutie, volgend op de kenniseconomie. Op dit moment bevinden we ons op de tijd-as van beide modellen met als dominante model de kennis of informatie-economie. Wat het ontwikkelen van leiderschap betreft zetten beide denkkaders andere accenten. Ze formuleren andere succesvoorwaarden en bijgevolg zien ze ‘goed’ leiderschap verschillend. Dit verschil tussen kennis- en betekenisleiderschap laat zich beschrijven aan de hand van de drie typen van kennis volgens de Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v. Chr.). Dit zijn: epistèmè als de wetenschappelijke (theoretische) kennis, technè als de technische kennis (vakmanschap), en phronèsis als levenskunst en wijsheid. De kenniseconomie honoreert vooral technisch kunnen. Anders dan de voorgaande industriële economie, waar het ging om natuurlijke bronnen, arbeid en kapitaal, is nu kennis de belangrijkste groeifactor. Hoog-specialistische kennis en innovatief vermogen zijn de heilige graal. Daarom investeren we zwaar in de bètawetenschappen. Het doel is controle via begrijpen, voorspellen en manipuleren. De massa aan data en snelheid van kennisontwikkeling neemt voortdurend toe. Wat we gisteren wisten, is vandaag achterhaald. Hoe geven we leiding aan innovatieve kennisorganisaties die opereren in een complexe en competitieve globale economie?

Leiders om te groeien en versnellen?

We zoeken bevlogen experts die met ‘een punt op de horizon’ anderen motiveren tot ongekende innovatieve hoogten. Volgens de socioloog Hartmut Rosa is deze laatmoderne samenleving gedreven door constante groei en versnelling. De man of vrouw die deze hectiek van groei en versnelling kan ombuigen tot succes krijgt de status van leidinggevende. Deze hoogopgeleide expert-leiders wisselen vaak van baan, alsook van ‘winning team’. Succes is concreet, meet-en verifieerbaar. Deze experts goochelen met SMART, KPI’s, Grantt-grafieken en dasboards. Leiderschapstraining richt zich op inzicht in processen, transacties tussen belangengroepen en het aanleren van managementtechnieken.

Kennisleiderschap met een ‘externe’ grenswachter

Welke rol krijgen phronèsis en ethiek dan? Deze vorm van kennis is ondergeschikt, subjectief en hoort tot de wereld van persoonlijke smaak. Worden we dan helemaal overgeleverd aan de willekeur van technologische groei? Gelukkig niet. Juridische kaders, professionele codes en een universele humane moraal moeten ons beschermen. In de kenniseconomie functioneert ethiek vooral als een grenswachter, een strengere meester dan compliance. Vaak wordt er dan richting politiek en rechterlijke macht gekeken. Gelukkig wordt phronèsis niet helemaal uitgeschakeld, maar het beperkt zich vaak tot een achteraf denken, achter de feiten aanlopen. Bij kennisleiderschap wordt de volgende orde gehanteerd:

  • technè
  • epistèmè
  • phronèsis

Betekeniseconomie en inzicht in menselijk floreren

De nieuwe betekeniseconomie legt andere accenten. Het gaat niet om een opheffing of een radicale breuk, maar om een noodzakelijke bijsturing. Volgens Aaron Hurst wordt de betekeniseconomie bepaald “door het streven van mensen om meer betekenis te krijgen in hun leven. In de betekeniseconomie bestaat hun waarde uit de betekenis voor medewerkers en klanten – door tegemoet te komen aan grotere dan louter persoonlijke behoeften, door je persoonlijk te ontwikkelen, en door een gemeenschap (community) op te bouwen.”

Hurst onderscheidt drie soorten betekenisbehoeften: persoonlijke, sociale en maatschappelijke betekenis. Deze betekenisbehoefte is existentiëler, kennis van het hart en anders dan wetenschappelijke of technische kennis. Het is kennis die vorm krijgt door sociale interactie, zingeving, ervaring van waarden en doelgerichtheid. Dit past perfect bij wat Aristoteles de phronèsis noemde. Volgens Aristoteles is phronèsis een ‘dispositie om in combinatie met een waar en redelijk beginsel te handelen op het gebied van wat voor een mens goed en slecht is’. Phronèsis is dus niet zomaar inzicht of kennis, het is een vorm van kennis met een morele imperatief, kennis met inzicht in menselijke floreren en een gevoel voor verantwoordelijkheid. En, zo vervolgt Aristoteles, alleen mensen met phronèsis, die handelen vanuit dit beginsel, mogen besturen. Juist leidinggevenden moeten zich toeleggen op phronèsis. Voor deze leiders is ethiek niet zozeer een grenswachter dan wel een gids voor nieuwe kennisontwikkeling, een bron voor innovatie. Bij Aristoteles’ phronèsis een bewustzijn van een natuurlijke orde, levensdoelen en het integreren van onze verlangens in die levensdoelen. Zo is sprake van betekenisleiderschap, met een omgedraaid schema:

  • phronèsis
  • epistèmè
  • technè

Eerst reflectie dan techniek

Deze copernicaanse revolutie vereist een andere vorm van opleiding tot reflecterend vermogen. Let op, het belang van wetenschappelijke en technische kennis wordt er niet minder om, maar ze krijgen een andere plaats. Belangrijk is de rol van epistèmè, theoretische inzichten uit de wetenschap en die veranderen voortdurend. De recentste wetenschappelijke inzichten over ecologie en menselijke floreren in de natuur leiden tot zulke inzichten in de orde waarbinnen phronèsis opereert. Het nieuwe leiderschap zal zich dus beroepen op deze wetenschappelijke kennis. Verder ontstaan er nieuwe technische vaardigheden die komende leiders moeten ontwikkelen. Ik denk dan onder meer aan het belang van verbinding, zorg, empathie, spiritualiteit, hermeneutisch vermogen, vertraging en ecologische deugden. Kortom, we steken bij leiderschapsvorming meestal te snel in bij technè, dat is wat we gewend zijn. Volgens mij is dit een slechte gewoonte die we dringend moeten afleren.

Over de auteur

Patrick Nullens

Patrick Nullens is bijzonder hoogleraar Leiderschapsethiek & Menswaardige Samenleving, Universiteit voor Humanistiek